Het was een rustige zaterdagochtend toen kleine Pieter voor het eerst met verbazing naar het potje keek dat al een paar dagen in de hoek van de badkamer stond. Voor zijn ouders was dit een spannend moment, ze stonden op het punt om een grote stap in zijn jonge leven te zetten. Potjestraining, het klinkt misschien als een simpel stapje, maar voor veel ouders is dit het begin van de training naar zindelijkheid. In deze blog wordt er uitgelegd wat een potjestraining is en wanneer je hier mee kunt beginnen.
Wat is potjestraining?
Potjestraining, ook wel zindelijkheidstraining genoemd is een proces waarbij een kind leert om zelfstandig naar het toilet te gaan en geen luiers meer nodig heeft. In vele gevallen wordt er gebruik gemaakt van een zogenoemde potjestraining. Dit is een training met een potje of een kindertoiletbril om de overgang naar een normaal toilet laagdrempeliger te maken. Potjestraining helpt kinderen om vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om zelfstandig naar het toilet te gaan, dit is een belangrijke eerste stap voor een kindje om zindelijkheid te bereiken.
Wanneer is mijn kindje klaar voor een potjestraining?
Er is geen specifieke leeftijd aan een potjestraining te koppelen, dit is voor ieder kind verschillend. Over het algemeen kan er gesteld worden dat na 18 à 20 maanden de gevoelige periode van zindelijkheid plaatsvindt. Maar ook dit is geen vast gegeven, er zijn kinderen die eerder willen beginnen aan het vervelende bedplasprobleem maar er zijn ook kinderen die hier nog geen behoefte aan hebben. Het is dan ook belangrijk om goed naar je kindje te luisteren.
Zolang je kindje nog bang is of geen behoefte heeft om te beginnen met de potjestraining, dan is het belangrijk om dit te respecteren. Als kinderen iets moeten doen waar ze geen zin in hebben, dan gaan ze zich verzetten. Hierdoor kan het aanleren van vaardigheden langer duren waaronder de zindelijkheidstraining.
Je kunt aan een aantal signalen zien dat je kindje klaar is om de potjestraining te beginnen. Herken je je kindje in één of meerdere van deze signalen, dan kun je van start gaan met de potjestraining.
- Kinderen die nieuwsgierig zijn naar wat er op het toilet gebeurt, en willen kijken en/of vragen stellen over wat er gebeurd tonen vaak bereidheid om zelf te leren.
- Je kind kan zelf aangeven dat hij of zij een natte luier heeft door het je te vertellen of met bewegingen aangeven wat er aan de hand is.
- Je kindje voelt dat hij of zij een volle blaas heeft.
- Kinderen die zelfstandig zijn en bijvoorbeeld zelf aan- en uitkleden zijn vaak ook klaar om de stap naar potjestraining te zetten.
- Je kind heeft langere tijd droge luiers.
- Je kind wil geen luiers meer om, maar een onderbroek.
Wanneer één of meerdere signalen optreden en je kindje wilt zelf beginnen dan weet je dat hij of zij er klaar voor is. Kijk en luister dus goed naar je kindje.
Wat heb je nodig voor een potjestraining?
Kinderen plassen het liefst zittend met de voetjes op de grond. Ook voor jongetjes is dit de beste positie. Zo kan je kindje ontspannen zitten zonder het gevoel te hebben om te moeten persen. Ook kun je kiezen om een zitje boven op de toiletbril te plaatsen, dit zal voor kindjes wel als minder prettig ervaren worden.
Zorg er ook altijd voor dat het potje op een aangename plek staat, spreek dit samen met je kindje af. Zo heeft hij of zij ook inspraak in de potjestraining. Zet er een leuk speeltje, een leuke knuffel of boekje bij zodat het zo ontspannen mogelijk wordt, het is bovendien erg spannend voor het kindje.
Naast een potje en een positieve omgeving is het ook belangrijk om je kindje een portie positieve aandacht mee te geven. Wordt vooral niet boos als het een keertje niet lukt, of als je kindje een keer langs het potje plast. Wanneer je boos wordt op je kindje geeft dit een onzeker gevoel en dit werkt remmend.
Hoe begin je de potjestraining?
Vooropgesteld is het belangrijk om samen met je kindje een potje te kiezen waar je kindje zich fijn bij voelt. Wanneer je kindje wat gewend is aan het potje kan je starten met je kindje regelmatig op het potje te zetten. Zorg er wel voor dat het kindje niet te lang op het potje zet, 2-3 minuten is vaak genoeg. Geef je kindje een fijn gevoel door bijvoorbeeld een stukje uit een boekje voor te lezen tijdens deze 3 minuten.
Er zijn enkele richtlijnen waarna je je kindje het best op het potje kunt zetten. Hieronder staan een aantal van deze vaste momenten:
- Na het wakker worden, dit is vaak een moment waarop kindjes moeten plassen.
- Na maaltijden en tussendoortjes, de spijsvertering kan de blaas en darmen stimuleren.
- Voor het slapen gaan, zet je kindje op het potje voor het slapen gaan, zowel 's avonds als voor het middagdutje.
- Bij tekenen van moeten plassen of poepen, let op signalen van je kindje zoals wiebelen, stil worden of naar een hoekje gaan. Zet je kindje snel op het potje als je deze signalen opmerkt.
Het is belangrijk om flexibel te blijven en aan te passen aan de behoeften van je kind. Sommige kinderen kunnen langer droog blijven en hebben minder vaak een potje nodig, terwijl anderen vaker moeten gaan. Consistentie en geduld zijn hierbij de sleutel tot succes.
Wat te doen bij een terugval?
Het is niet ongewoon dat je kindje een terugval krijgt, in een korte periode kan er veel gebeuren. Wordt hierom dan ook nooit boos en toon begrip. Geef je kindje een fijn gevoel en breng de motivatie terug indien nodig.
Belangrijke tips tijdens de potjestraining
- Zorg voor kleren die makkelijk uitgetrokken kunnen worden zodat je kindje deze snel zelf kan uit trekken.
- Laat je kindje voldoende drinken, dit zorgt voor meer kansen om te plassen en dus ook een snellere leercurve.
- Niet te lang op het potje, forceer je kindje niet om te lang te blijven zitten.
- Observatie, neem je kindje eens mee naar het toilet zodat hij of zij weet hoe het werkt.
- Blijf altijd motiverend naar je kind toe.
- Beloon je kindje tussendoor eens, dit stimuleert de motivatie nog meer om sneller tot goede resultaten te komen.
Concluderend is een potjestraining dus een belangrijke stap in de ontwikkeling van je kindje op het gebied van zindelijkheid. Door de juiste signalen te herkennen en een ondersteunende en stimulerende omgeving te bieden, kunnen ouders hun kinderen helpen om deze mijlpaal te bereiken. Met de juiste hulpmiddelen, een bemoedigende houding en een goed schema wordt de potjestraining een leerzaam en leuk proces voor je kindje. Uiteindelijk is het resultaat niet alleen een stap naar zindelijkheid maar ook naar zelfstandigheid.